Op 13 Februari 2018 heeft mijn 3 jaar oudere broer op 50-jarige leeftijd afscheid genomen van zijn leven. Mijn ouders, mijn man Dennis en ik waren daarbij. Het is inmiddels al bijna vijf jaar geleden en nu ik dit weer vertel, klinkt het voor mij nog even onwerkelijk als het toen was.
Als ik terugdenk aan vroeger, denk ik dat Michel echt nooit gelukkig was. Van kleins af aan was hij door een aangeboren heupafwijking een ‘ziekenhuiskind’. In zijn pubertijd kreeg hij vooral hierdoor een minderwaardigheidscomplex en een paar jaar later zocht hij zijn geluk in drugs.
Zijn leven bestond vanaf toen uit verslavingen, depressies, psychiatrische opnames, afkick-opnames, begeleid wonen en alles wat je daarbij kan verzinnen. Soms was hij lange tijd ‘kwijt’ en wisten we niet eens of hij nog wel leefde.
In het begin heb ik natuurlijk van alles geprobeerd hem te helpen. Maar ik leerde dat als hij zichzelf niet kon of wilde helpen, ik ook niets voor hem kon betekenen.
Ik zag onze relatie vanuit mijn kant als een haat-liefde-verhouding.
In zijn betere perioden was hij de lieve, gevoelige broer waarvoor ik uit de grond van mijn hart hoopte dat hij geluk zou vinden.
In zijn slechte perioden had ik een gruwelijke hekel aan hem. Dan loog en bedroog hij de hele boel bij elkaar, net als elke andere verslaafde.
Oké, verslaving is een ziekte, maar het slurpte enorm veel van mijn ouders en mij en het lukte mij niet hem dat niet kwalijk nemen.
We hadden door hem een vreemd gezinsleven. Michel deed meerdere zelfmoordpogingen. Hóeveel weet ik niet, want mijn ouders hebben ooit besloten mij veel dingen niet te vertellen. Het was goed bedoeld, maar het maakte dat ik niet veel anders kon doen dan toekijken vanaf de zijlijn en ik uit zelfbescherming besloot afstand te nemen.
In mei 2015 vertelde mijn vader opeens: “Michel heeft zijn psychiater om hulp bij zelfdoding na uitzichtloos en ondraaglijk lijden gevraagd en de psychiater heeft hiermee ingestemd…”.
Zolang ik mij kan herinneren, was er altijd wel iéts met Michel aan de hand en ook deze kwam weer keihard aan.
Michel zou eerst shocktherapie ondergaan, zodat hij echt al het mogelijke geprobeerd zou hebben. 20 Sessies shocktherapie en mijn ouders was gevraagd hem daarin te begeleiden. Na de 20 sessies shocktherapie hoorden we dat het niet het gewenste resultaat had geleverd, integendeel zelfs. Maar vervolgens gebeurde er niets.
Een paar maanden later besloot Michel nog eens 20 sessies shocktherapie te doen…
Ik vond het, ook voor mijn ouders – beiden achter in de 70 – een gruwelijke situatie. Zo vaak ze Michel ook zagen, er werd maar weinig gepraat.
Wij liepen al jaren in bijzijn van Michel op onze tenen, bang voor één van zijn vele woede-aanvallen.
Mijn vader zei tegen mij eens met tranen in zijn ogen: “Wat kan ik zeggen? Moet ik mijn zoon dan vragen of hij nog dood wil…?”
Ik vond de onzekerheid vreselijk; ging er nou wel of niet iets gebeuren, waar moesten we ons op voorbereiden…?
Op ons verzoek hadden mijn ouders, Dennis en ik twee keer een afspraak bij de psychiater van Michel. De eerste keer was Michel hier niet bij, zodat wij alles durfden te vragen wat wij wilden vragen.
Ik voelde ook boosheid richting de psychiater. Ik had het gevoel dat ik Michel begreep, maar ik vond het enorm zwaar voor ons allemaal dat er zo’n heftige mededeling was gedaan en dat er vervolgens eigenlijk niets gebeurde. Dit leven was voor Michel zwaar, maar de altijd aanwezige grote onzekerheid was voor mij ook ‘killing’. Hoe moest het dan wel niet voor mijn ouders zijn?
De tweede keer bij de psychiater was Michel er wel bij. We hadden afgesproken dat we alles eerlijk konden zeggen, maar toch gebeurde dat waar ik bang voor was. Michel werd boos op mij, sloeg dicht en wij gingen met ruzie uit elkaar. Er brak weer eens een periode van geen contact aan en het leven ging ‘gewoon door’. Maar er was geen dag waarop ik niet aan Michel dacht.
Tot november 2017 mijn vader belde: “Michel gaat zijn zelfdodingswens in gang zetten…”
Wat moesten wij doen? Was er maar een handleiding voor familieleden in dit soort situaties. Ik was ook boos op de psychiater; hoe had hij ons met ruzie uit elkaar kunnen laten gaan?
Ik koos een veilige manier om met Michel in contact te komen: we gingen mailen, en dat ging goed. Later zei hij mij dat hij mijn mailtjes zakelijk vond overkomen, maar ik was zó bang het contact weer kwijt te raken, dat ik elk mailtje tig keeropnieuw las voordat ik het verstuurde. Michel kreeg officieel goedkeuring en opeens was zijn sterfdatum bekend…
Ik vond het zó onwerkelijk. Mijn broer zou doodgaan en alles om ons heen ging gewoon door. Alsof er niets aan de hand was.
Hoe raar het ook klinkt, negen dagen voor zijn dood gingen we uit eten; mijn ouders, Dennis, Michel en ik. Ik had Michel al heel lang niet gezien. Het contact dat we hadden via de mail was overgegaan op contact via WhatsApp en dat was voor ons beiden tot dan het beste. Michel had vanaf het moment dat hij de beslissing definitief had genomen rust gevonden. Ik kan het niet uitleggen, maar het was goed elkaar pas dan en fijn elkaar ‘op neutraal terrein’ weer terug te zien.
Op 13 februari 2018 was het zover. Michel had op Facebook zijn sterfdatum ingevuld, het ging echt gebeuren.
Die dag ging als een film aan mij voorbij. We haalden mijn ouders op, haalden zwarte bloemen – de enige wens van Michel, stapten om half 12 bij hem binnen en ik deed anderhalf uur later de deur open voor de psychiater met ‘het’ drankje.
Toen we later die dag de deur weer uitstapten, was Michel er niet meer…
Ongeveer een maand na Michels dood belandde ik bij een psychotherapeut. Ik had niet het gevoel dat zij of iemand anders ook maar enigszins begreep wat ik had meegemaakt.
Mijn ouders natuurlijk wel, maar die hadden hun manier om ermee om te gaan. Zij praatten er vrijwel niet over.
Ik snapte dit niet. Maar ja, als je er niet over praat, is ‘het’ er niet… dat was en is nog steeds hun manier.
Ik begon te schrijven en dat werd mijn therapie. Het hielp mij alles in mijn hoofd weer een beetje op een rijtje te krijgen. Mijn verhaal over Michel heeft een boek mogen worden en daar ben ik blij om. Op deze manier wordt zijn onzichtbare leven zichtbaar, want ik vind dat zijn leven niet helemaal voor niets mag zijn geweest…
(Mijn boek heet: ik gun jou de dood, maar alleen als je anders écht niet gelukkig kunt zijn
Mijn mailadres is: nicoledennis@casema.nl)
Ik wil je heel veel sterkte wensen.
Je hebt het mooi verwoord.
Mijn ervaring is ook dat elk overlijden een ander rouwproces met zich mee brengt en dat je daardoor weinig ondersteuning erin kan vinden.
De passende of juiste lotgenoot is moeilijk te vinden.