Toen was het stil

Chagrijn

Ooit zal ik hebben gedacht dat rouwen betekent dat je de hele dag met betraande ogen rondloopt. In dat beeld zie ik mijzelf voor me, zittend voor het raam, de ogen ten hemel geslagen, terwijl er zo nu en dan een traan over mijn wang biggelt.
Zo gaat het dus niet. Bij mij althans niet.
Zo rond Bas’ verjaardag, begin oktober, werd ik wat kregel. Alsof ik een beetje overspannen was, alles was me snel teveel.
En toen rond zijn sterfdag, op 1 november, was ik ronduit onuitstaanbaar. Ik mopperde en klaagde. Op een kat die voor m’n voeten de trap af slalomt. Op een telefoon die op de grond klettert, net als ik hem op wil pakken. Op het lipje van een blikje dat afbreekt, terwijl ik sta te koken.
Alles gaat mis. Alsof ik ongesteld moet worden.
Jaap is het op een gegeven moment zat. Als we samen staan te koken en de zoveelste verpakking niet open wil, terwijl stukjes gesneden ui op de grond vallen, waar een hongerige hond zich gretig op stort, om vervolgens teleurgesteld af te druipen als blijkt dat het ieuw ui is. Te veel prikkels, te veel dat misgaat. ‘Houd nou eens op met dat gemopper en geklaag,’ zegt Jaap, vermoeid.
Nou, dát doet dus de deur dicht. Hoe durft ie! Ik mopper en klaag namelijk nooit, ennn, ik heb er alle reden toe hè. Ik spuug van verontwaardiging.

Meestal duurt zo’n aanvaring een minuut of vijf. Hooguit vijftien. Dan snap ik dat hij misschien wel een beetje gelijk heeft en dan snapt hij dat het allemaal momenteel wel erg gevoelig ligt en dan zeggen we allebei sorry, klaar.
Maar nu ettert het een beetje door. Hij is wel bereid om sorry te zeggen, maar ik ben bozig. Besef tegelijk heel goed dat ik dat niet op hem kan gaan afreageren, meer dan ik onwillekeurig toch al doe, en keer in mezelf.
Somber en stil. De dagen samen duren voort, zonder dat we echt samen zijn, ik maak nauwelijks contact.
Ik weet gewoon niet zo goed hoe dat moet, contact maken als je zozeer worstelt met jezelf. Ooit betrad ik de volwassen wereld behoorlijk sociaal gehandicapt, en na vele jaren hard werken functioneer ik sociaal-emotioneel op best hoog niveau, maar op dit soort kwetsbare momenten weet ik oprecht niet hoe ik in contact moet blijven. Ik snak naar enige verbinding, maar verbreek die zelf al op voorhand. Ik zit mezelf in de weg.

Op 1 november zelf gaan we picknicken, naast het graf. Vijf kan ter plaatse wel door de grond zakken: wie gaat er in vredesnaam picknicken op een begraafplaats?
Nou, wij. En het is Día de los muertos, in warmere landen doen ze dit nog veel uitgebreider – en dan eten ze dat eten ook niet zelf op, maar dat laatste vinden wij dan weer oer-Hollands zonde. We hadden eigenlijk een campingtafeltje bij ons, maar Vijf vindt dat echt te ver gaan, dus die laten we in de auto.
Dus we zitten daar, Vijf, Marie, Jaap en ik, samen met een vriendin van Bas en haar moeder. Jaap heeft een taart gemaakt, ik heb broodjes en koffie en sapjes. De stemming is eigenlijk wel prima.
Van tevoren waren we bang dat het zou regenen, het was een natte, winderige dag, niet een dag waarop je normaal zou zeggen ‘kom, laten we gaan picknicken’. Maar we deden het toch. Warme kleren aan, paraplu’s mee.

In de regen reden we ernaar toe. Toen we weggingen regende het weer. Maar gedurende de hele picknick bleef het droog. Woeste, zwarte wolken kwamen met een enorme vaart naar ons toe, met ontzag en enige ontzetting zagen we ze naderen … en dan braken ze open en brak er een bijna warme novemberzon doorheen, die de graven en alle bloemen en bruine blaadjes en onze bleke gezichten opeens wel kleur gaf. De wolkenluchten deden me extra aan Bas denken: hij fotografeerde altijd wolken, zag er bij ieder weertype wel iets moois in.
Het was een fijne ervaring, maar Bas zelf vond ik er toen niet. Ik was vooral bezig met het organiseren, dat iedereen genoeg te eten had en dat iedereen goed zat. Mijn gedachten dwaalden zo nu en dan wel af, naar de reden dat we er zaten: we herdachten de alweer derde sterfdag van mijn kind. Maar verder was het gewoon best gezellig.

Toen kwamen we thuis. En ik weet niet hoe het kan, maar opeens zag ik een foto voor me van een breed grijnzende baby Bas aan een infuusje in het ziekenhuis. En daar moest ik wel van huilen.
Alle weerstand was weg, eindelijk was ik in staat om weer contact te maken, steun te ervaren, me gekoesterd te weten.
Rouwen is hard werken, ook na drie jaar nog, ook als je al gewend was mentale klappen te incasseren. Rouw knabbelt aan je zwakste plekken en maakt ze nog wat zwakker. Degene die zich overschreeuwt, schreeuwt nog wat harder. Degene die al depressief was, tuimelt nog wat verder. En ik, ik moet soms opnieuw leren verbinding te zoeken in mijn grootste pijn.
Intussen ben ik uitgemopperd. Het is gelukkig weer gewoon begin november, de zon schijnt uitbundig, ik heb zo rond 1 november veel warmte mogen ervaren van degenen die ertoe doen.
En volgend jaar gaan we gewoon weer picknicken. Met tafeltje.

3 Reacties

  1. Denise Urban

    Patti, wat schrijf je dit prachtig. Ik ga ook mopperen op mijn man als ik geprikkeld ben. Wij leggen het ook gauw weer bij. Evert weet en ik weet dat ook: hij is veilig . Ik voel en weet dat ik hem niet verlies als ik mijn gramschap over hem uitstort.
    Het zal minder en beter worden. Deswin is pas 2 jaar en 1 maand geleden ons ontvallen. Boosheid is een gezonde uiting van rouw. Ook de dip die na 9 oktober volgde is normaal. Vorig jaar was het nog een depressie. Ik ga vooruit. Jij ook. Fijn dat te lezen. Sterkte en zegen op jouw Weg.
    Hartelijke groet Denise Urban

    Antwoord
    • Patti

      Dank je wel Denise. Als ik constateer dat ik drie jaar eigenlijk nog maar zo kort vind, dan is twee jaar en een maand nog niks. Maar we komen er wel. Of eigenlijk zijn we er gewoon, we zijn er nog steeds.

      Antwoord
      • Ineke

        Dankjewel voor deze (h)erkenning, geeft steun en houvast….

        Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Joostien
Joostien

Joostien vertelt over de dialoog tussen hoofd en hart, na de nog heel recente zelfdoding van haar zoon.

Support
Support

Je kunt als nabestaande van zelfdoding ook anderen bijstaan. Daarin moet je dan wel goed je eigen grenzen kennen en bewaken.

Blogs

  • Pattiblog
  • Gastblog
Verbranden van de papieren
Als dan
Handen met elkaar verbonden
Support
Ziekenhuis gang met ballon
Onze doden
Wolken boven een weg
Lichtheid
Harderwijk zonsopkomst
Walk into the light 2022
Free Stock photos by Vecteezy
Empathie van een deurklink
Kale, koude boom
Joostien, deze rouw is anders
Hart geschilderd op rots
Joostien
Wolf in de sneeuw
Karin
Het boek van Nicole
Nicole
Mitchell
Manuella
Foto van afstuderen
Het verhaal van Fiene
Joostien
Joostien

Joostien vertelt over de dialoog tussen hoofd en hart, na de nog heel recente zelfdoding van haar zoon.

Support
Support

Je kunt als nabestaande van zelfdoding ook anderen bijstaan. Daarin moet je dan wel goed je eigen grenzen kennen en bewaken.

Blogs

  • Pattiblog
  • Gastblog
Verbranden van de papieren
Als dan
Handen met elkaar verbonden
Support
Ziekenhuis gang met ballon
Onze doden
Wolken boven een weg
Lichtheid
Harderwijk zonsopkomst
Walk into the light 2022
Free Stock photos by Vecteezy
Empathie van een deurklink
Kale, koude boom
Joostien, deze rouw is anders
Hart geschilderd op rots
Joostien
Wolf in de sneeuw
Karin
Het boek van Nicole
Nicole
Mitchell
Manuella
Foto van afstuderen
Het verhaal van Fiene