Plan van Aanpak 2023

Inleiding

Stichting Stilgeweest houdt zich bezig met de opvang van nabestaanden van zelfdoding.
Het doel is om de eenzaamheid van een nabestaande te verminderen en om daarmee de kans op een volgende zelfdoding te verkleinen en het welzijn van de jongeren te vergroten.
Eenzaamheid bestrijd je ten dele door de persoon in kwestie te ondersteunen. Daarnaast zorg je vooral goed voor iemand die eenzaam is door de omgeving van diegene te informeren en te instrueren. Wij zetten in op beide aspecten. Psycho-educatie van de nabestaande zelf en sleutelfiguren uit diens omgeving kan leiden tot meer duidelijkheid en rust in de situatie.

De stichting richt zich in theorie op mensen van alle leeftijden. De praktijk wijst uit dat we volwassenen en jongeren/jongvolwassenen niet op dezelfde manier bereiken. Vandaar dat er twee websites, twee gesplitste doelgroepen en twee verschillende plannen van aanpak zijn (zie voor toelichting ‘wat doen wij concreet’).

Ons bestuur bestaat bijna volledig uit jongere ervaringsdeskundigen en onze vrijwilligers zijn zonder uitzondering jong. Dit, en het gegeven dat de eenzaamheid onder jongeren nooit eerder zulke extreme vormen aannam, maakt dat wij ons vooral focussen op jongere nabestaanden, meer specifiek: jongeren en jongvolwassenen, in de leeftijden (ongeveer) 12 tot en met 18 en 18 tot en met 30 jaar.

 

Suïcidepreventie/suïcidepostventie

De set aan maatregelen die je neemt om mensen na een zelfdoding te begeleiden, heet suïcidepostventie. Omdat een zelfdoding niet zelden leidt tot een volgende zelfdoding (https://www.trimbos.nl/actueel/nieuws/grote-interesse-in-actieplannen-na-poging-tot-zelfdoding-in-het-onderwijs/), werken deze maatregelen uiteindelijk ook preventief.

Stilgeweest werkt hierin nauw samen met het Suicide Preventie Centrum (SPC). Het onderwerp suïcidaliteit uit de taboesfeer halen is een gemeenschappelijk doel van ons. Daarnaast streven beide organisaties ernaar de suïcidecijfers op de Noord-Veluwe omlaag zien te krijgen. 
Wij, de Stichting Stilgeweest, zorgen er waar mogelijk voor dat de nabestaande niet alleen komt te staan en dat de sociale cohesie rond de nabestaande wordt versterkt.

 

Wat doen wij concreet

1) Websites en sociale media. We bieden informatie aan een zo breed mogelijke doelgroep. We focussen ons daarbij op volwassenen op swebs-klanten.nl/twhs2023 en op jongeren op www.stilgeweest.nl
Op beide websites wordt nauwgezet toegelicht hoe rouw eruit kan zien. Wij richten ons daarbij niet alleen op de nabestaande zelf, maar ook op diens omgeving.  We laten op eenvoudige wijze zien waar je rekening mee moet houden als je iemand in je omgeving hebt die een dierbare verloor aan zelfdoding. 
Daarnaast delen we ervaringsverhalen van peers, om de herkenbaarheid te vergroten en het gevoel alleen te staan met deze gevoelens enigszins weg te nemen.

2) Inspelen op de actualiteit. Denk hierbij aan bijvoorbeeld Last Man Standing (waar aandacht wordt gevraagd voor jongeren met mentale problemen), Suicide Prevention Day, Blue Monday, Walk into the Light (waar in een groep wordt gewandeld naar het licht toe, ter nagedachtenis aan degenen die we verloren). 

We schrijven over recente gebeurtenissen en nieuwsfeiten, om aandacht te vragen voor het onderwerp suïcide, in combinatie met nabestaanden. 

We zijn daarnaast actief op momenten/evenementen die te maken hebben met geestelijk welzijn en suïcidaliteit, met als doel gevonden te worden als we nodig zijn. Daartoe moet onze naam bekender worden dan die nu is. Dit vanuit de gedachte dat iedereen vroeg of laat te maken krijgt met iemand die nabestaande is van suïcide en dat diegene dan weet waar te kijken om daar meer informatie over te vinden.

Ons tweede doel is om suïcidaliteit bespreekbaar te maken. Er rust nog altijd een taboe op het onderwerp suïcide, wat het voor nabestaanden extra moeilijk maakt om te praten over wat hen bezighoudt. Door de lading een beetje van het onderwerp af te halen, kunnen we (jongere) nabestaanden wat meer uit hun isolement halen. Vaak denken mensen dat praten over suïcide iemand op ideeën kan brengen. Dat is niet waar. Vroegsignalering van suïcidale gedachten kan juist levensreddend zijn. Praten over suïcide kan heel opluchtend zijn en leiden richting passende hulp. 

Daarnaast kan het delen van ervaringen met lotgenoten verbindend en helend werken en de nabestaande zich minder eenzaam doen voelen.

3) Organiseren van evenementen. Naast aansluiten bij bestaande initiatieven, willen we als stichting ook zelf evenementen organiseren om aandacht te vragen voor mentale gezondheid en rouw na zelfdoding. Zo wordt aankomende zomer (2023) in Nijmegen een loop georganiseerd om aandacht te vragen voor geestelijke gezondheid, in relatie tot suïcide. Dit wordt het eerste volledig door onszelf georganiseerde evenement. Blijkt dit succesvol, dan kunnen we dit uitrollen naar andere regio’s, waarbij de Noord-Veluwe, naast de studentensteden, voorop staat. 

De Noord- Veluwe kampt met een hoog suïcidecijfer, waardoor interventies van SPC en Stilgeweest nodig zijn. Daarnaast biedt het als plaats van oprichting van Stilgeweest (Nunspeet) de mogelijkheid om interventies met een landelijke strekking eerst lokaal/regionaal uit te rollen.

4) Organiseren van bijeenkomsten voor nabestaanden. Nabestaanden ervaren vaak eenzaamheid. Dit geldt in het bijzonder voor jongeren, omdat zij weinig herkenning vinden bij hun leeftijdsgenoten. Daarom willen we graag nabestaanden bij elkaar brengen en een plek bieden om hun ervaringen te delen. Er zijn daarvoor inmiddels twee bijeenkomsten georganiseerd, die beide zo goed zijn ontvangen, dat we die structureel gaan aanbieden, zo’n vier à vijf keer per jaar. De eerste bijeenkomsten waren gericht op volwassenen. In de toekomst zullen we ook bijeenkomsten gaan aanbieden specifiek voor jongere nabestaanden en tieners. 

We hebben er bewust voor gekozen om in eerste instantie in samenwerking met andere organisaties (SPC, Slachtofferhulp, rouwdeskundigen) bijeenkomsten te organiseren voor volwassenen. De samenwerking diende (en dient) ertoe om van elkaar te leren en van elkaars deskundigheid gebruik te maken. We hebben er ook bewust voor gekozen om de eerste bijeenkomsten voor volwassenen te organiseren.
Dit omdat 1) we nog niet zeker waren of er wel behoefte bestond onder jongeren om live bijeenkomsten bij te wonen, 2) we onder geen beding wilden gaan experimenteren met kwetsbare jongeren.

We hebben nu voldoende ervaring opgedaan om ook groepen met jongeren te kunnen begeleiden vanuit ervaringsdeskundigheid en vanuit expertise van samenwerkende organisaties.
Inmiddels blijkt er ook een duidelijke vraag naar bijeenkomsten voor jongeren, er staat er dan ook een op stapel voor eind juni 2023. Op basis van de ervaringen stellen we doelen, doelgroepen en aanpak bij. Denk hierbij aan: specifieke bijeenkomsten voor jongeren die een ouder, broer/zus, partner verloren. Of thematische bijeenkomsten, zoals we die ook voor volwassenen organiseren, bijvoorbeeld: hoe ga je om met extra moeilijke dagen?

5) Geven van voorlichting op scholen. Op het RSG Slingerbos in Harderwijk draaien we in het najaar van 2023 een pilot. We sluiten hierbij aan op het project ‘Veerkracht’ van de school, dat erop is gericht het welzijn van leerlingen en docenten samen te versterken. De pilot van Stilgeweest betreft een informatiemiddag voor docenten, waarin we uitleggen wat de belangrijkste aspecten zijn van het ondersteunen van leerlingen die nabestaande zijn. We bieden de leraren daarnaast een kort naslagwerk, dat ze kunnen raadplegen als ze met zo’n leerling te maken krijgen.

Daarnaast willen we kijken of we een aanvulling kunnen leveren op het bestaande protocol dat in gang wordt gezet als een leerling overlijdt. Bij een overlijden door zelfdoding zijn er namelijk extra of andere maatregelen nodig om klasgenoten op te vangen. Dit is in het huidige protocol nog niet opgenomen.

6) Begeleiden van nabestaanden na een suïcide. Na een suïcide kunnen we worden benaderd door privé-personen, door scholen, kerken, verenigingen, gezinnen, scholen, de GGD, het Suïcide Preventie Centrum, enzovoort, om nabestaanden bij te staan. 

De gevoelens van schrik en rouw na een zelfdoding kunnen iemand heel erg overvallen. Veel nabestaanden vragen zich dan ook af of die gevoelens wel kloppen. Wij kunnen hen helpen hier op een gezonde manier mee om te gaan. We geven geen therapie, daartoe zijn we niet bevoegd en het is ook niet ons doel om therapeutisch te handelen. We handelen vanuit ervaringsdeskundigheid en leggen de nadruk op het normaliseren van de storm aan gedachten en gevoelens. We bieden een luisterend oor en we wijzen, waar nodig, de weg naar professionele hulp.
Daarnaast kunnen we serieuze hulpvragen (helpen) signaleren en kunnen we sleutelfiguren trainen in het herkennen van redenen tot zorg.

7) Geven van voorlichting op aanvraag. Bijvoorbeeld een in het voorjaar van 2023 geplande voorlichting op het COC Zwolle, dat de Noord-Veluwe als verzorgingsgebied heeft en waar grote zorgen bestaan rondom de hoge suïcidecijfers en LHBTI.
We werken hierin nauw samen met het SPC, zodat suïcidepreventie en -postventie door elkaar kunnen lopen. Waarbij de aandacht van het SPC uitgaat naar ‘hoe ga je om met suïcidaliteit (binnen deze doelgroep)’ en die van Stilgeweest naar ‘hoe zorg je dat er na een suïcide niet nog meer doden vallen’.

Een training is dus gericht op signalering, het kunnen stellen van moeilijke vragen en het versterken van sociale cohesie. De inhoud en vorm van een voorlichting kunnen aangepast worden aan de wensen van de aanvrager, maar de thema’s rouw en ondersteuning na zelfdoding zullen hierin altijd terugkomen.
We proberen daarbij op een toegankelijke manier voorlichting te geven, óók aan bijvoorbeeld rouwdeskundigen, van wie er legio zijn die weinig tot geen ervaring hebben met suïcide en die dan ook belangrijke zaken laten liggen in de opvang van deze specifieke groep van nabestaanden.

8) Meer doelgroepen bereiken. De samenwerking met de Stichting Philadelphia (landelijke christelijke organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking) is er een van. Met hen maken wij een plan waarmee we jongeren met een verstandelijke beperking ook kunnen bereiken. 

Als stichting vinden we inclusie heel belangrijk, en we realiseren ons dat we met onze geschreven teksten een grote groep Nederlanders niet bereiken. Vandaar dat we ons nu verder oriënteren op mogelijkheden waarmee we ook lager begaafde jongeren kunnen voorlichten.
Dit is belangrijk omdat bestaande middelen ter bestrijding van eenzaamheid vaak niet werken, omdat deze uitgaan van te hoog niveau van denken en functioneren. Daarmee wordt uit het oog verloren dat mensen die minder hoog begaafd zijn, extra moeilijkheden ondervinden, alsmede het feit dat de gebruikte taal (bijvoorbeeld metaforen) vaak niet wordt begrepen.

Een oriënterend gesprek met medewerkers van de Stichting Philadelphia, locatie Halfweg, Vierhouten, leerde ons dat suïcidaliteit onder deze groep een reëel probleem is. Veel van de jonge mensen die niet – of alleen begeleid – op zichzelf kunnen wonen, kampen met depressies en een doodswens. Zorgmedewerkers hebben vaak geen idee hoe ermee om te gaan. 

9) Aanschuiven in regionale en landelijke netwerken. Een ervan is de zgn. Soeplunch in Elburg, waar eens in de zoveel tijd vanuit alle welzijnshoeken wordt aangeschoven, om informeel te netwerken en informatie en expertise uit te wisselen. 

Er zijn – gelukkig – veel initiatieven die te maken hebben met welzijn en suïcide. De nabestaanden worden hierin echter nauwelijks meegenomen. Omdat iedere zelfdoding leidt tot wel tientallen nabestaanden, is het noodzakelijk om hier ook aandacht voor te vragen.

Wij zien onszelf hier als waardevolle toevoeging, aangezien we bestaan uit ervaringsdeskundigen, waarmee we een ander perspectief kunnen toevoegen, dat dicht bij de doelgroep staat.

 

10) Zoeken van nieuwe vrijwilligers. Onze activiteiten draaien op de inzet van vrijwilligers. Met name op de Noord-Veluwe is het belangrijk nieuwe vrijwilligers te werven, zodat we de continuïteit van ons aanbod kunnen garanderen. 

Dit omdat ons werk op de Noord-Veluwe veel van de vrijwilligers vraagt: we zijn altijd bezig met mensen die hetzelfde meemaakten als wijzelf en dat maakt dat we, naast een gezonde afstand tot het werk, ook de hoeveelheid daarvan moeten doseren.
Aangezien wij werken vanuit ervaringsdeskundigheid, zoeken we naar mensen die een connectie hebben met het onderwerp zelfdoding.

Doelen voor 2023

Aan het eind van 2023 willen we onderstaande doelen bereikt hebben. 

Zichtbaarheid vergroten:

Op de Noord-Veluwe. Mensen kennen onze naam en weten ons te vinden als ze vragen hebben, een voorlichting willen organiseren, of ondersteuning nodig hebben na zelfdoding. 
We krijgen nu zo’n vier aanvragen per maand. Aan het einde van dit jaar moet dit minimaal verdubbeld zijn.

Landelijk. Iedereen die te maken heeft met zelfdoding weet ons snel – via Google, sociale media of via hulp- en dienstverlening – te vinden.  
Op Instagram hebben we 705 volgers, aan het einde van 2023 willen we de 1000 hebben overschreden. 

We hebben enige honderden informatiefolders uitgedeeld aan (eerstelijns-)zorgverleners, organisaties voor welzijn, scholen en intermediairs. Aan het einde van dit jaar moeten deze folders zijn uitgedeeld aan de doelgroep en opnieuw bij ons aangevraagd. Zo niet, dan een follow-up in de zin van een nieuw bezoek, uitleggen van de functie van de folders en van het werk van de stichting. In deze eerste jaren is dit een kwestie van lange adem hebben.

Urgentie aantonen:

Op de Noord-Veluwe. Lokale en regionale bestuurders weten waarom het nodig is om postventiemaatregelen uit te voeren. Minstens 80% van de scholen voor voortgezet onderwijs op de Veluwe heeft rouw na suïcide in het rouwprotocol verwerkt. Van ten minste één school (RSG Slingerbos, Harderwijk) zijn de docenten getraind in het begeleiden van de klas na een suïcide. 

Landelijk. Uiteindelijk zouden we graag zien dat iedereen die binnen het onderwijs met leerlingen of studenten werkt zich bewust is van de problemen van rouw na suïcide en weet hoe om te gaan met een nabestaande. Om dit doel te bereiken moeten besturen van scholen en universiteiten het besef hebben dat het nodig is om het onderwerp (rouw na) suïcide bespreekbaar te maken en ruimte bieden aan voorlichting of informatievoorziening. Hogescholen en universiteiten zijn grote instellingen met veel studenten en medewerkers. Om succesvolle en duurzame ondersteuning op te kunnen zetten, waar zoveel mogelijk jonge nabestaanden uiteindelijk van kunnen profiteren, is het daarom belangrijk samen te werken met mensen binnen de organisaties. Eind 2023 willen we een plan opgesteld hebben om mensen op geschikte posities binnen hogescholen en universiteiten te bereiken en mogelijk al de eerste contacten gelegd te hebben.

Een plaats krijgen in de informatieketen:

Op de Noord-Veluwe. Alle betreffende organisaties, zoals GGD, CJG, scholen, organisaties voor maatschappelijk welzijn, denken bij suïcidepostventie aan Stilgeweest en schakelen ons in waar mogelijk.

Nu worden wij meestal via een omweg ingeschakeld: de GGD zoekt hulp bij het SPC en daar wordt de vraag doorgezet naar ons. Dit kost nodeloos veel tijd en maakt bovendien dat onze hulp onzichtbaar blijft voor de buitenwereld.

Eind 2023 moet het voor alle ketenpartners duidelijk zijn dat nazorg na suïcide bij Stilgeweest kan worden belegd. Daartoe blijven wij duidelijk maken waar we voor staan en wat we kunnen bieden, blijven we organisaties benaderen om uit te leggen waar ze ons voor kunnen inzetten. De gemeente kan ons hierin faciliteren door financiële ondersteuning, die mede duidelijk maakt dat wij een serieuze speler in het veld van non-profitorganisaties zijn.

Landelijk. Zorgverleners en docenten die te maken krijgen met (nabestaanden van) zelfdoding, weten zelf onze website te vinden en verwijzen cliënten, leerlingen en ouders naar onze websites voor meer informatie. Het vergroten van onze naamsbekendheid, via evenementen, uitingen op social media en door actieve acquisitie bij hogescholen en universiteiten, moet leiden tot meer bezoekers van onze website. Verder is het opvallend dat de pagina ‘kenmerken van rouw na zelfdoding’ al 6000 keer is bekeken, terwijl de pagina ‘omgaan met nabestaanden’ nog geen 600 keer is bekeken. Wij vermoeden dat dit betekent dat vooral nabestaanden zelf de website bekijken,  maar mensen in hun omgeving nog niet zoveel. Wij vinden het heel belangrijk dat de omgeving weet hoe ze met nabestaanden moeten omgaan en hoe ze een nabestaande kunnen ondersteunen. Meer aandacht genereren voor dit onderdeel van de website, moet gaan leiden tot minimaal 1000 bezoeken aan de pagina ‘omgaan met nabestaanden’. 

Uitbreiden van vrijwilligersbestand:

Op de Noord-Veluwe. Ten minste twee vrijwilligers die actief mensen kunnen bijstaan vanuit ervaringsdeskundigheid.

Landelijk. Vooral bij evenementen, maar ook bij de uitvoering van sociale media, meer draagkracht. 

Concreet: in ten minste vier provincies drie vrijwilligers. Daarnaast twee vrijwilligers die landelijk ondersteunen bij sociale media.